435
en wyl hy'er ongemeen wel uitzag, zoude
ik hem zekerlyk voor goed gekeurd heb
ben indien hy dat gebrek niet gehad had-
de. Wanneer ik den koopman gebood om
gemelden neger te doen fprekenlchreeuw-
de hy zoo veel hy kon om hem daar toe
te noodzakendoch te vergeefswant de
(laaf fprak nietwaar over de koopman zeer
verwonderd fcheen te zyn, betuigende dat
het maar koppigheid was om dat hy niet
gaarne aan de blanken verkocht wilde zyn.
Ik liet my echter door deze fchynreden niet
bedriegen. Ik vernam naderhand dat die
flaaf in der daad ftom wasen dat dezelve
aan een portugeesch-fchip't welk kort daar
na voorby zeilde verkocht wierdt. Ik
kwam naderhand gevallig aan boord van het
gemelde fchip,wanneer de Capt.my verhaal
de, dat hy een ftommen flaaf had ingekocht,
met den welken hy zeer verlegen was. Ik
heb dit geval aangehaald,alleenlyk om aan
te toonenhoe zeer men in dezen handel op
zyn hoede moet zyn.
4. op alle de uitwendige gebreken van den
Jlaaf. Men moet nooit een flaaf voor goed
keuren, die eenige ongemakken heeft, welke
hem het werken kunnen belettenwyl men
denzelvenin America niet zoude kunnen ver-
koopenalwaar zy allen alleenlyk tot dat
inzicht gekocht worden. Dierhalven is 't
Ee 2 noo-