(4*6)
fame toepasfmge van de fterrekunde op de
beloften van het Genade-verbond. Jehova
geleidde Abraham naar buiten en zei: Zie
nu op naar den Hemel en tel de Sterren in-
dien gy ze tellen kuntEn hy zei tot hem
zoo zal uw zaad zyn (g). Niemand betwis
te mydat de Aartsvader ruimte gegeven
wierdom ten minften eens te beproeven
of hy de hemelligten tellen kon. Zoo hem
de Heer dien tyd niet gunde, was het be
vel vrugteloos enzoo ik my zoo uitdruk
ken mag, onredelyk en ongezouten. De
Cyfferkunde vereischt veel tyds in de be-
oeffeningevooral zoo men behoorlyk
voortgaat en, in het optellen ook, niets
wil over het hoofd zien. Wie zou op het
bevel van eenen koning niet naawkeurig
zyn Abraham had met den Koning der
koningen te doen en dus moest hy niet
flegts gehoorzamen, maar ook zoo, dat
het de Opperfte Wysheid kon goedkeuren.
Trouwens het overbrengen van het onuit-
drukkelyk aantal der hemellampen op de
ontelbare menigte van Abrahams aanftaan-
de naneven, kon niet wel eer gefchieden
voor dat de Godsman ontdekt haddat hem
de gevorderde tellinge volftrekt ondoenlyk
■was.
VII. Myn beftek en oogmerk laten geen-
zints
(g) GENES. XV. 5.