474 in haar geheel te ontdekken dan eene hoog te te zoekenvan welke men een ruim uit- zigt heeft; en derhalven dat de Moatiti- fche Koning en de Syrifche Goedergeluk- zeggermet dat oogmerk, eerst de hoog te van Pisgaen nu die van Peor verkoren hebben. Hier van daan zag hy inderdaad de ligginge van Israels menigte, zoo dat hy in opgetogenheid van zynen digtluim zingen kon. O hoe goed zyn uwe tenten o Jacob! uwe woningeno Israël! Gelyk de be ken breiden zy haar uitals de hoven aan de rivierenJehova heeft ze geplantals de Janclelboomenals de cederboomenaan het wa ter (v). Men zy hier niet te voorbarig in het zoeken van Allegorifche en Evangeli- fche geheimen. De voordeelige en aange name legeringe van dit Goddelyk volk langs de beken en rivieren word hier gefchilderd en als een bewys van de Goddelyke gunst en befcherminge aangezien gemerkt 'er geene wellustiger en betere legerplaats met eenige mogelykheid uit te denken was. Want in de vlakke velden van Moab, daar zig Israël, federt den veldflag van Edreï had ter neêrgeflagen, ftroomde de rivier Arnonde landpale tusjchen Moab en de A- morïten (w) en tefFens de Jordaan over Je- ri- Cw>NUM. XXI. 13, 14, 00 num. XXIV. ir 5 en 6.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 538