482 der tentende ftoffe en vormlegginge en ordeningelangs den kronkelenden uitloop der verfchillende beken van den Arnon en den Jordaantusfchen den lommer zelve van hetfchaduwrykgeboomte, datdegan- fche legerplaats tot eenen lusthof en eene vergaderinge van aangename moestuinen, boomgaarden en bloemperken maakte. Daarenboven zag hy ook Amalek in de Woeftyne zig uitbreidende en de Kenithen die in het gebergte en op de fteenrotzen ge legerd waren (p). Bileam merkt dit alles te regt aan als een onderpand zyner God- delyke bewerkingeover welke hy zig dap- perlyk beroemde; zeggende ten tweeden maleBileam de Zoon van Beor fpreekt en die mandien de oogen geopend zynfpreekt. De hoorder der redenen Gods fpreekt en die de wetenfchap des Allerhoogjlen weetdie des Almagtigen gezigte zietdie verrukt word en dien de oogen ontdekt worden (q). XXI. Indien evenwel dit allesdat wy van Abraham en Bileam hebben aange voerd nog niet genoegzaam gefchat word om de wonderdadige verbeteringe van het Zintuig des Gezigts in de Propheten voor eene wyze van Goddelyke Openbaringe aan te (p) t 20,21. Zie ook myncHifioriaCritica Edomaonm CXVII. pag. 15Ó. (q) NUM, XXIV. IT, 1(5.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 546