498 kon. Derhalven is de vergrootende kragt van eenen verrekyker aan het Zintuig des Gezigts van Mofes op Nebo medegedeeld. En dit was hetdat wy poogden aan te toonen. XXXIV. Uit Bileams roemende be tuigingen op dat ik ook dit hier niet ver- gete, fchynt te volgendat zulke eene Ver- beteringe van het Zintuig des Gezigts niet voor eenen korten tyd flegts vergund werd maar in tegendeel, dat dit wonderdadig ge- fchenk bleef volduren. Maar even daarom hoe ongemeen en bykans ongelooffelyk de beloften warenwelke de Goddelyke Goed heid hun geliefde mede te deelen, zy kon den uit deze proeve zeer wel befluitendat Gode niets onmogelyk wasen dat ook al le die Godijpraken ftonden bewaarheid te worden, welker Goddelykheid en onfeil baarheid door zulk een verheven en aange naam wonderwerk bevestigd was. Balak en de Moabitifche Grooten wierden 'er, tot hun leedwezenook van overreedt. De blydfchap en 't geloof van Abraham wierd 'er door bekragtigd en opgewekt en hy in ftaat gefteld, om Engelen en Goddelyke vertooningen te zienwelke andere niet ont dekken konden. Mofe die eerlang fter- ven moestkon 'er uit opmakenhoe veel aangenamer hem eerlang 't gezigt van het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 562