499 hemelsch Paleftina vallen zouen hoe veel helderder by zyne opftandingedie, vol gens fommigeniet lang verfchoven bleef, zyne oogen worden zoudenom de ge westen der heerlykheidhet paradys der wellustenin alle deszelfs verrukkende ver- fchieten en eewige fehoonheden te aanfchou- wen. XXXV. De magtig groote velden Welke ezechiel, daniel, zacharias en joannes hebben moeten afzien, kunnen ónder 't bereik van een gewoon Gezigt niet vallen. Zy zagen menigwerf hemel en aar de'te gelyk ja de ftreken der vier winden en, op eenen verbazenden afftand, byzon- derhedendie niet groot van geftalte waren en dus niet wel onder een behoorlyk gezigt- punt vallen konden. Indien men ftelt, dat die vertooningen waarlyk in de lugt en el ders gemaakt wierdenzal men 'er by moe ten toeftemmen, dat ook dier Zienders oo gen bovennatuurlyk en wonderdadiglyk verbeterd wierdenen dat hun dus uit dien Hoofde de eèrtitel van Zienders (g) bepaal- delyk toekwam. Stemt men dit toedan zal men ook aanftonds merkenop welken grond zy van de Goddelykheid dier vertoo- nfrigen verzekerd wierden en van de on- twyffelbare uitkoomfte der gebeurtenisfen, I i 2 wel- (g) i. SAM. ix. 9.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 563