C 517 tuur en de onjlerfykheid der Ziele. Het een hangt zeker aan het anderhet laatfte vloeit uit heteerfte. Wel is waar, dat uit de onfloflykheid niet teritond tot de onjlerf lykheid, of liever tot de niet vernietiging by wyze van een volftrekt noodzakelyk gevolg onmiddelyk kan befloten worden; maar dit is zeker, dat defloflykheid de Jlerflykheid me debrengt. Is derhalven onze Ziel een f lof - lyk wezenof weiis ons denken eene hoe danigheid van ons ftoflyk wezenof werk- tuiglyk Lighaamzoo is ontegenzeglyk on ze Ziel, (dat is ons denkvermogen) ook Jlerflyk. En niet alleenJlerflykmaar, dat meer is, onze Ziel ft erft dan metter daad, wanneer ons Lighaam jlerft. Want, in dien ons denkvermogen een hoedanigheid of eigenfchap van ons Lighaam was, en nogthands met den dood van het Lighaam niet ftierfmoest noodwendig een van bei de plaats hebbenof dat het ftof, waar in ons Lighaam door den Dood ontbonden wordt, bleef-denken, en dus zoo veel Hof jes vezels, beenderen enz. voo veel den kende wezens bleven. Of, zoo men zulks niet wildat dan het Denk-vermogen afgetrokken van het ftoflyk Lighaam in den ftaat des Doods op zig zelf beftond dat is dat een eigenfchap of hoeda nigheid zonder onderwerp qualitas fine K k 3 fub-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 581