53i ongereimdheid hier van. De beweging in een voordgeftoten Lighaam kan nooit groo- ter zyn dan de kragt van de bewegende of voordftotende oorzaak. Maar in dit geval zou de aanftotende en bewegende oorzaak zyn die zagte inluiftering van eenige ftille klanken, of 't zien van eenige kleine teekens of lettersmaar wat evenredigheid is 'er tus- fchen daten die fnelle loopvan den ag- tervolgden? men verklare dit eens uit de wetten der beweging,volgends welke wy zeker weten dat al wat ftoflyk is werkt, 't nr:1"1" 11^nortgelyke voor- nog maar vragen; hoe komt het, dat een zeker getal letterentot fpreuken gevormd, en onderling tot redenen, bewyzen enz. t'zamen gevoegd dikwyls meer op den mensch vermogen dan vuur en zwaard van vervolgingen wat is dan hier toch het be- ginfel der denking Z©o de Hof? hoe wordt die niet door een veelllerker ftoflyke aandoe ning den indruk van vuur en zwaardover wonnen Hier moet dan iets meerdan alleen die uiterlyke gewaarwording bykoomen hier moet een inwendig zelfwerkend begin- fel zyndat alleen ter gelegenheid van die gewaarwording opgewekt, en uit zig zelf werkzaam wordt. Men erkenne dandat deze werking ge- Laat ik alleen LI 2 heel

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 595