54°
doet het niets ter zakedat wy geen flel-
lig denkbeeld van een onftoflyk v/ezen heb
ben hoe veel is 'er in de Natuur van
welks aanwezigheid en eigenfcbappen wy
overtuigd zyn zonder dat wy 'er een
heilig denkbeeld van kunnen vormen
Eindelyk wil 't ook weinig zeggen 't geen
onze Wysgeer voordbrengt, dat wy maar
zeer weinig van de Stof weten, en maar
zeer onvolkomen eenige der hoedanighe
den kennen aan dezelve eigenen der-
halven niet genoegzaamja geheel niet in
haat zouden zyn te bepalenof het Denk
vermogen met die hoedanigheden der Stof
niet wel kan vereenigd worden want we
hebben die bedenking in 't voorbygaan
reeds afgefneden; VIII. We hebben toch
tot zulk eene bepaling geen volmaakte ken
nis der hof nodigwy worden niet genood
zaakt die bepaling van voren te makende
ondervinding is de Bron, uit welke wy langs
den weg van gezonde Redeneerkunde onze
redenen en bewyzen ontleenen, en deze
geeft ons genoeg aan de hand, om een be-
fluit op te makengelyk wy meenen hoofd-
zakelyk betoogd te hebben. De aanmer
king derhalvenwelke de Wysgeer hier op
maaktkomt weinig te ftadeals hy dus
voordvaartDe Heer Locke zou eenvou-
dig tot die Heeren gezegd hebben. Be-
kent