C 55* buiten ftaat flelde hoorbaar en duidelyk të fprekenen die met dien vuilen wind opge blazen, een piepend en fix fend geluid maak ten even als de nieuwe wyn in de Iedere zakken, die door de geringfte pooren en openingen in 't leder zoekt lucht te krygen, De Overjle der macht des luchts Ephef II. 2. weet zich in allerhande vertooningen en gelykenisfen te veranderen, en het gelust hem fomtyds zegt (h) psellus de ge daante van enen lederen zak aan te nemen* Hy fchryft ook de (i) Demons een fluifte- rende en piepende ftemme toeen allen die Van Oobbby de Grieken bekend onder den naam van Apollo Pythiusgewagen, vergeten niet het piepend en aamechtig ge luid, met welken Hy en zyne Dienaresfen fprakem Van dit woord Oobh hebben taal kenners anderen afgeleid (k), die daarmede of ene vermaagfchapte beteekenisfe hebben, of alleen aan de voorwerpen gegeven zyn wegens hunne gelykenis en zweming naar enen opgefpannen lederen Zak, E11 om dat zy ook opepuXoq {Navel) daarvan hebben M1Ï14 af- Ck) voss. Etym. Huffman. Lex. univ. SAlmas. ad Solinum: in Spfcuv aeolicè c/ifi «v Latine umbo, am* bus iapideus fuggeftus rotundus adinftar turrisampul- la, e/ACpij diyina yox,'&c. 00 EtfEPf. A AIM- p. 77. xè(V a&T$ mie frjos otw* 'pSTcaitret ffpfiutut- (t) Ib. p. 48. feqq. 68. 84. 47. 55. 56.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 615