558 noemden ene flange ffophwaarvan waar- fchynlyk de Grieken hun woord efiigdat het zelfde beteekent hebben afgeleid want ig in o<pig is maar een Griekfche uit- gang.Van die gedachten was de Abt barthe- lemy (a)en voor hem bochart (b) en anderen. Ook dient het (c) ter zake het geen stellingfleet heeft aangeteekend dat namelyk het waarzeggen van de Hebre en wordt uitgedrukt door ti'm en van de Grieken door ciwffeQcubeide afkomftig (d) vaneen woord dat flange beteekent, en dat Apolio Pythius zelf die onreine Geest was. Oobb bediende zich van die duiftere holen tot werkplaatfen zyner bedekte handelin gen en vervulde die kuilen en rots-breuken met ex quacunque fere re omina captatitur five de futuro rerum tvett~ iuy five etiam de re jam exijiente aut preterita, at qux inob fcuro aut ixcerto adhvc latet ére. fa) Acad. Royal, des infcript. belles lettres Tom. XXXII. p. 229. (b) bochart Oper. Tom. I. p. 22. 31X a?gyptiis hO- die ferpentcm fonatHorus Apollo fcribit 505/ov Hie- Togl. L. I. Ncmpe Diabolus ea forma maximè colui vo luit qua feduxit primos homines, ib. Vatum andquis- fimus Ophion diitus. (c) H. Oorfpr. bl. 429. 430. (d) W. KOOLHAAS obf. Philolog. Exeg. p. 52. feqq. fignificat, in rem futurum aut mcognitam faffo auguri0 ïnquirere. Etenim verbum quod certo venit a Jerpenshinc proprie fpeciatim fignificabit, ex ferpen-. tibus augurtim capere, qualispracfagiendi vel omina captandi ars proprie Graecis dicitur óQtoiLuvTêiei3érc. Generalius hoe verbum dicitur deillicitailla acnefanda arte idolatries, 2»*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 622