5^4 ley wyze beletten zoo ras de onge- ftadige maan haar minnelyk wezen ver- toont, doodsbeenderen en vergiftige krui- den by één te zamelen. Ik zelf heb Cani- diaharen zwarten fluier dicht in een ge~ wonden hebbende, blootsvoets, en met losfe hairenverzeld van de oudfte Sa- ga nahiér zien zwevenen een ysfelyk getier hooren makenhare bleke tronien waren affchuwelyk om aan te fchouwen. Zy krabbelden met hare nagels in den gronden fcheurden een zwart lam met hare tanden van een. Zy goten het bloed in enen kuil (m)om daar door de Gees- tenZielendie heur antwoord zouden gevenvoor den dag te doen komen. Daar Honden twee beelden, het een van wolhet ander van waschdat van wol was het grootfleals moetende het mindere ftraffen en in toom houden. Dat van wasch ftond in ene fmeekende geftalteen als iemand die gereed is om op ene fmaadelyke wyze ter dood te gaan. De ene roept Hecatéde andere de wreede Tifiphone aan. Daar zoudtge de flangen en helfche honden door elkande- ren hebben zien krielen, en de maan, die van fchaamte rood wordt, zich, om dit fchouw- (m) Vid.psellus deOperat.Dtcmomimp. 55.homer. Oct H- 517. h' zs.feqq.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 628