57* piepte en mompelde. Ter nadere uitleg ging kan dienen een geval uit plutarchus (x) dat vry veel overeenkomst met dat van den lommen jongeling heeft; hoewel py- thia waarin pytho zoo ongeregeld en op roerig werktehet met den dood moefte be- koopenen geene der by de hand zynde Priefteren in ftaat waren de verhuizende ziel in t lichaam te houdenof den onreinen Geest uit die onzuivere wooning uit te va gen. Apollo os Priejterin van eenige Vreemde lingen aangezogt om voor hun de Godheid raad te vragenvondt zich niet zeer gene gen en bereidwillig om het wichel-hol in te gaan, waarin zy ook niet lang toefde, maar al ras naar deszelfs opening wederkeerde en aan hare fchérpe en harde Jlemmeals die van een fchip door den wind voortge dreven was aanftonds te befpeuren dat zy de kracht van dien Geest niet konde uit- ftaan, en datzy met een flommen en (y) boo* zen Geest vervuld wasp/an welken zy dermate beroerd en gefcheurd werdt, dat zy met een vervaarlyken fchreeuw zich buiten den mond des hols ter aarde nederwierpzoo dat niet alleen de genen die gekomen wa ren om zich met Apollo te beraden, maar ook (x) De Orac. Def. p. 438. (y) Ib. «\«Aou nut K«na mévpaTOi tuctt ntópw

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 635