575 van daar de muuren af te breken en om te trek ken, tot dat de Stad onderging Deut. XX, 20. en jlortte in den kuil des ver derfs. 2 Sam* XX1$. Het leedt niet lang of de kunst werdt tot een hooger trap van volmaaktheid gebragt, door allerhande werktuigen van geweld te bedenkendie op die aardene dyken of wal len werden geplaatst, waar mede de fterk- tens werden gebeukt, de bezetting van de muuren verdrevenen het beleg fpoediger ten einde gebragt. Onze Zaligmaker had ook alle die onheilen en oorlogsverrichtin gen Jerufalem voorfpeld. LucXIX. 43. 44. Daar zullen dagen over u komendat uwe vyanden ene begraving rontom u zullen opwerpen (e), en zullen u omjingelencnde u van alle zyden benaauwen. Ende zullen- u tot den grond nederwerpenende uwe kinde ren in uende zy en zullen in u den {enen) fleeti op den anderen Jleen niet latendaarom dat gy den tyd uwer bezoekinge niet bekend en hebt. De letterlyke vervulling van deze onheil- fpellende Godfprake heeft flavius Jose- phus in gefchrifte gefielden uitvoerig ge meld hoe de Romeinen door hunne hooge wal- xopy.opvyut S' ava ccctv (e) jESCHYL. Septem contra Thebaf. f 351. hqtI tttcAiv opyitxwj nvpyüng' &c.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 639