576 wallen en flerke verfchansflngen enz. die Stad van alle kanten dermate hebben be- naauwddatnaar de eigene bekentenisfe der oproermakersvoor hun geene adem- halinge was (fDe Romeinenna dat zy den tweeden muur hadden doorgebroken en meer tegenftand bejegendendan zy wel in den beginne vermoedet hadden, vonden zich bedremmeld hoe verder het aangevan- gene beleg met eer en roem voort te zetten. De driftigen waren voor enen algemeenen ftormde voorzichtigen om de uitgangen der Stad te bezetten, en allen invoer t'ee- nemaal af te fnyden. Sommigen waren voor het opwerpen van nieuwe wallenhet geen zich gemakkelyker liet zeggen dan in het werk ftellengemerkt de aarde rontom Je- rufalem tot op den afftand van 90 Stadiën (g) reeds aan de voorgaanden was verbruikt. Titus floeg voorde Stad met een muur gantsch en gaar te omringenen de wallen te verbeterenwaar door de belegerden tot het uiterfte gebragtof de Stad zouden over geven, of wegens honger en gebrek niet langer in ftaat blyven van het beleg uit te harden. En hoe bezwaarlyk het ook we zen mocht rontom ene Stad,waar de grond- flag zoo ongelyken door hoogten en diep ten (f) De Belle jud. L. V. 12. (g) lb. L. V. 12. 4. V. 1. 1.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 640