de Arablers gewoon zyn de jagt op den ning der viervoetige dieren aan te ftelle Zy roepen een grooce meenigte volks zc te voet als te (w) paard by eenomringf ene ruimte van drievier of vyf mylen na 't getal van 't opontbodene volk en 1 gefteltenis van de ftreekdie wordt opg flotenzy naderen allenskens vereng hunnen kringvervaren hem door allerha de geraas en gefchreeuw, tot dat eindeli dit edelmoedig diermet meer anderen dien kring omvangen, ten prooije zyn hittige jageren valt (x). De Romein verengden hunne jachtgarens van tyd t tyd,hun geroep was als dat van fterkehi den (y) en zegepraalende overwinnaar maar de ftem van de belegerden was dc piepte uit het Jlof, en was nederig uit de aan De Jooden ftonden ftyf van fchrik, en wege verflagenheid des Geestes hand- en radeloi Zy meenden al den vyand te zieneer 1 noch werkelyk over den muur gefprong was (z), en verlieten door verbaastheid 1 ontfteltenisfedie torens, welke,volgens eigen bekentenisfe der Romeinenonwinba waren, en alle de ftooten hunner ftori rammen zouden uitgedaan hebben» l v Cw) oppiANi de Venat. L. IV. f 130.feqa. (x) Dr. shaw's travels, p. 235. (y yosEPHUS de B. L. VI. 5«§ 1. (z) lb. L. VI. 4. 5. V. 9. 1 582

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 646