587 EEN WATERACHTIG GEZWEL, IN EEN VROUWLYKE BORST GENEESEN DOOR PAÜLÜS de WIND. lizabeth RoelofzOud 27 jaaren dienst maagd van Mevrouw de Weduwe Mem- den te Middelburglang en mager van geftalte vertoonde my, den 28ften April 1706, haaren Rechter Borst, die my verbaafend groot voor kwam, terwylde Linker niet grooter dan die van een magere jonge meid was. De dikte begon boven aan het lleutelbeen vulde den Rechter Oxelzoo dat zy den arm niet behoorlyk roeren konde, en ftrekte zig ach- terwaards tot byna aan 't fchouwderblad van die zydehing voorts naar beneden, veel verder dan de Linker Borstwaar door zy geen ryflyf kon draagen, alleenlykeen Corcheten dus een wan- flallige gedaante maakte. De Borst was echter niet pynlyk, natuurlyk van coleur t'eenenmaale glad en effen maar wanneer men daar,met twee handen te gelyk, op drukte, voelde men duidlyk een golvende beweeging van eenig vocht, inzonderheid van het fieutelbeen af tot aan den tepel. Die zwelling was, volgens haar berichtfe- dert vier jaarenallengskens toegenomen11a dat zymet een kind op den armvan de trappen was gevallen. De

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 651