59Ö
Sarei de Bruyneen Sjouwer op 's Lands Werf
alhier, oud vyf-en twintig jaren, van een tenger
en mager geitelkreeg op den 5den Juny 1764,
's namiddags ten twee uren van een Helling af-
fpringendehevige pynen in den buik, welke hand
over hand toenamen, en met walging gepaard
gingenondanks deze ongemakken bleef hy noch
tot vier uren aan 't werk, zynde de gewoone
fchoov-tyd. 't Huis gekomen, verergerden de
pynen en walging; waar by op het laafte iterke
brakingen kwamen. Men riep myn Vader te
hulp welke 's Lyders gewoone Heelmeefter was.
Deze, na dat hy het bovenftaande verhaal van
den Lyder gehoord had onderzocht hem met
alle moogelyke naauwkeurigheid, en ontdekte,
in de Rechter zyde van de Liescheen volkomen
Lieschbreukwaar van echter de Lyder noch
niets wist. Myn Vader beproefde of hy deze
Breuk, door middel van de Taxis, konde in
brengen dan alle de poogingenwelke hy hier
toe aanwenddewaren vruchteloos. Hy liet hem
daar op terftond een ruime aderlating doen, en
dezelve 's avonds andermaal herhalen niet al
leen om daar door de ontfteeking voor te komen
en te verminderen, maar ook om te zien, of hier
door de inbrenging gemakkelyker zoude kunnen
gefchieden (a)doch zulks andermaal mislukken
de,
(a) De Heer Martin brengt in het Journal ae Med. chi'
rurg. et PharmTom. XXVIII. Mai 17Ó8. pag. 464. ver-
feheiden gevallen by, in welke het aderlatentot flauw
worden toe in 't werk gefteld, van de grootfte uit
werking geweest is; en met waarfchynlykheid, om
dat ten tyde van het flauw worden, de zaamtrekking
der Spieren minder zynde, 'er een ontfpanning ge-
fehied van alle de Spieren van den Buik, en gevolgelyk