598 «elings, nu op deeze, dan op geene plaats, met meer heevigheid gevoelendaar en boven was de Lyder zeer onrustig, hy had een fterke koorts, en was zeer dorftig; al wat hy gebruikte, gafhy terflond weder overook befpeurde ikdat hy nu en dan flerk oprisptewelke oprispingen (ge- lyk hy my zeide) zeer Hinkende waren. Ik keur de de tot hiertoe aangewende behandeling goed, als zynde volgens de regelen der Konst in 't werk gefield en raadde met de Clysmata en cataplas- meita emollientia voort te gaanen noch een foort- gelyke ftooving over den buik te leggenvoe gende 'er echter bydat zoo de toevallengeduu- rende de nachtniet verminderdenmen genood zaakt zoude zyn tot de Breukfnede over te gaan, als het eenigfte middel om het leven van denon- gelukkigen Lyder te behoudenen met reden Want het zoude in dit geval niet alleen onvoor zichtig maar zelfs onverfchoonlyk zyn geweest de Breukfnede langer uit te flellen wel is waar, in een verouderde Breukalwaar de darm gemak- kelyk langen tyd in en uitgegaan is, kan men, wanneer 'er naderhand verftropping voorvalt deze bewerking eenigen tyd uitflellenen be proeven wat de natuur, gepaard met een goede behandeling der Konstkan te weeg brengen j maar in een verfche Breuk als dezewelke daar enboven door aangebragt geweld fchielyk voort- gebragt was, zoude het onverantwoordelyk zyn de operatie lang uit te flellen, om dat de ont- fleeking der verflopte deelen in dit geval zeer fchielyk door verflerving eindigt. En In de daad, óndanks alle de aangewende heilzame middelen, namen riiet alleen de reeds gemelde toevallen hand over hand toe, maar 'er kwam noch de hik by, en de huik begon zich op te zetten» Den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 662