C 604 ting met den ring te bevorderen; zonder deeze twee vereischtens ware het my onmooglyk ge weest om in myn voornemen te flagennaam- lyk om een anus artificialis voor te komen, en de wonden te genezen. En gelukkig heeft de uitkomst aan deze myne inzichten beantwoordwant daar de drekftoffenvoor de aanlegging van de Spica inguinalisby aanhoudenheid door de wonde zich ontlaftten verminderden dezelve nu van dag tot dag;de opening in den darm werd kleiner; en bin nen den tyd van eene maandwas dezelve geheel gefloten en de Lyder volkomen genezen. Uit voorzorge echter liet ik hem, tot onder- fteuning van het nieuw gevormde lidtekeneen bommezynen Breukband draagenen de Lyder bleef zeer welvarende. Edoch veertien dagen na deszelfs genezing, zond hy andermaal om my, klagende over heftige pynen ter plaatfe van de wonde. By het onderzoeken van dezelve vond ik dat de wonde ter grootte van een dubbeltje opengebrooken was, en een dunne ftoffe ontlast te, welke van dezelve koleur en reuk was als die der drekftoffen. Zouden nu de beweeging en wryving van de aangelegde Breukband deeze we der opberfting veroorzaakt hebben alhoewel dit waar kan zynis het echter niet onwaarfchyn- lyk, dat dit toeval mede veroorzaakt is, door dat de Lyder in het eeten van allerleien mogelyk harde fpyzen, zich heeft te buiten gegaan. Dit zelfde heb ik zien gebeuren by een man op welken ik in de maand December 1765 de Breuk- fnede met het grootfte goed gevolg heb in het werk gefteld, en daar het lidteeken van de won de om evengemelde reden naderhand, ter grootte van een Ryxdaalderopengebroken doch in korten tyd weder genezen is. Ik floeg in dit ge'

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 668