ÖIO kwam men my fchielyk roepen," zeggende dat de Lyder fterk bloedde; ik vervoegde my der- waards en vond daar reeds den Heer f. h. gram welken men om de nabyheid ook geroepen had. Wy vonden wel is waar het geheele verband met bloed doordrongenen zelfs eenige ftukken geftold bloed in het beddog zo aanmerkelyk nietdat 'er een groote bloedftordng te vreezen was, wy namen het verband geheel af, maar al zo de bloeding reeds geftild waskonden wy de plaats niet ontdekken waar dezelve van daan' kwamedog vermoedelyk was dezelve veroor zaakt door de affnyding van een takje van de or- teria pudenda externa. By deze gelegenheid kwa men wy overéén om een gedeelte van den ver- ftorven darm weg te neemen (b) 't geen ge- fchiedde met een ontlasting van een ftinkende zwartedunne ftoffewelke in dit gedeelte van den darm behouden wasdoor de twee overbly- vende afgefneede eindens bragten wy een clyjleer inuit lauwe melk en waater, om waare het mo- gelyk de ontlasting der drekftoffen te bevorde ren j dan 'er ontlaste zich nietsik leide verders het (b) Dit deed ik om de drekftoffen zo veel te fchie- lyker te doen ontlasten, want ik herinnerde my, dat wanneer ik op den 2den Mei 1767 de zelfde operatie op een boer te Langerak over de rivier de Lek verrigte, zo dra ik de breukzak geopend had, de drekftoffen met zo een hevig geweld door den doorboorden ver- ftorven darm aan alle kanten uitftortten, dat alle deom- ftanders,zoowel als ik., 'crdeerlyk door afgeregt wer den. Aan welke fchielyke ontlasting ik het behoud van den lyder toefchreef, welke in een byna hoope- loozen ftaat washy is geneezenechter met het on gemak van een anus artificialwant 'er was wel een gedeelte darras yan 7 a 8 duimen lengte verftorven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 674