6I4) my toegeftaan werd, en verrlgte het zelve des avondsin tegenwoordigheid van de reeds gemel de Heeren. Ik fneed de gemeene bekleedzelen van den buik tot op de fpieren doorter lengte van een fpan, beginnende op de plaats van den ring, rigtende myne fneede regt opwaards na de regter bovenbuikszydèdaarna doorfneed ik de buikfpieren tot op het buikvlies in dezelfde rig- ting, en na dezelve een weinig van het buikvlies afgefcheiden te hebben opende ik dezen met een fchaar tot op dezelve lengtedit verfchafce my een ruime opening genoeg om de verborge oorzaak van des Lyders dood te kunnen ontdek ken. Hier vond ik een gedeelte van het intejlinum ileum, door het net even als in een fcheede omvat en aan dezelve vastgegroeid; ik zegge, even als in een fcheede om dat het darmfcheil, waar door de darm bepaald word, belette dat het net niet rondom den darm gaan kondemaar de zaam- groeing van het net rondom de buitenfte opper vlakte van den darm en aan het darmfcheilver- fchafte aan den darm een fcheede, waar in de zelve omvat wierdmen vond drie of vier dui men boven de veritroppingdie door den ring voor de operatie plaats gehad had, dezen darm voor de tweedemaal door het net toegefnoerd en het net verders aan het buikvlies boven den ring na de zyde van 't pubes zaamgegroeid. Voor 't overige waren de darmen verftorven, echter was de verfterving onder de toefnoering van het met veel aanmerkelyker. Ik was begeerig te zien of de clysmatawelke ik op den eerlien en twee den dag van de operatie in de afgefneede eindens van den darm ingefpooten hadniet door d'eene of a'andere opening in de holligheid van den buik aitgeftort warenom dat het my verwonderlyk voor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 678