C 6*7
van dien tyd af eerst toegenomen heeft om het ka
naal van den darm geheel toe te fluiten.
Uit de Ontleedkundige befchouwing na tien
dood, blykc dan dat deze verftropping zoude kun
nen weggenomen zyn indien men daarvan was
verzekerd geweest, want dezelve was niet ver
boven den ringen men had maar alleen de ge
maakte wonde een duim breedte behoeven te
verlengen, om dezelve te ontdekken; dan de
vasthegting, die 'tnet aan 't buikvlies verkreegen
haddeed den verftropten darm een kromme lyn
befchryvenwaar door de ftrop veel digter by
den ring was als zy anders zoude geweest zyn
door dien (gelyk ik reeds gezegd heb) de ver
ftropping door het net drie a vier duimen hooger
was als de vorige verftropping door den ring,
dat is te zeggendat het gedeelte van den darm
Qq. 5 tus-
darm-kanaal te beletten, dan fterk genoeg om de voort-
dryving en de ontlasting van dit vogt' tegen te hou
den Dan het vogt dat ingefpooten was, was vloei
baar genoeg om door een eng kanaal te kunnen door
gaan, daarenboven wierd het zelve door een fpuit aan
gezet en dus met een zekere kragt voortgedreeven
zo het nu zich had willen ontlasten, zoude dezelfde
kragt uoodig geweest zyn om door dezen engen weg
uitgedreeven te worden; de worms-wy ze beweging der
darmen nu zoude in den natuurlyken ftaat voldoenen-
de genoeg zyn om 't zelve uit te dry ven, maar deze
beweging moet men veronderftellen in dit geval ver
zwakt geweest te zyn, ja zeis een tegengeftelde rig-
ting aangenomen te hebbenzo dat deze op dit vogt
niet heeft kunnen werken om het wederom uit te dry
ven; hier by komt noch dat dit vogt zoo vloeibaar niet
gebleeven is, als toen het ingefpooten wierd, dewyl
het zich met de drekftoffe vermengd heeft. Dan het
zy hoe het wildit vogt is in den darm ingefpooten
is 'er in gebleeven,, en niet wederom ontlast, hebben
de men 't zelve na den dood in den darm gevonden.