6i8) tusfchen de beide verftroppingen een lengte van drie of vier duimen had. De kromme lynwel ken de darm formeerde, was ook oorzaak, dat de ftrop na de zyde van 't pubesalwaar de vast hegting wasgekeerd wasen dus dat ik op den derden dag na de operatietoen ik gereed ftond om de wonde te verwyden, de verftropping door den vinger in den ring te brengen niet kon- de ontdekken. Hier uit nu kan men de volgende praktikale les trekken dat wanneer 'er na de operatie geen ontlastingvolgd, en de toevallen vermeerderen, 'er zekerlyk een hinderpaal isdie de ontlasting der drekftoffen beletDan hoe zal men deze hin derpaal ontdekken? Alle fchryveren nu raaden in een diergelyk geval aande ingebragte deelen wederom uit te haaienzulks doende zal men aan- ftonds de oorzaak van de toeneeming der toeval len ontdekken. Maar gebeurd hetdat men den darm in geenen deele uit den buik haaien kan en men door het onderzoek met de vingers ver zekerd is, dat de ring genoeg verwydt, en de darm niet aan dezelve vast gegroeid iskan men evenwel verzekerd zyndat de vasthegting niet ver van den ring afgelegen is. Zodanige vast hegting nu kan eenigzints tot een teken verftrek- kendat de verftropping van den darm door het net niet ver van den ring afgelegen is. In dit ge val is 'er niets anders overig als de gemaakte won de door een infnyding tot in den buik te verlen gen, om hier door de verborge vasthegting te ontdekken deze losgemaakt zynde kan men al toos de verftroppingzo 'er een isdoor de uit- haaling der darmen vinden al was zy zelfs niet digt by den ring gelegen. De voorgeftelde ininyding is dan in een dierge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 682