«4°
ZIEKTEN.
Tusfchenpozende Koortfenalfchoon van een
geregelden aartwaren zeer algemeenAnde-
rendaagfche waren meest Arbeidslieden onderhe
vig. De Toevallen by zommige, hevige pynen
in het hoofdlendenen en beenenvooral met
den aanval van de Koorts.— Anderen klaagden
over groote dorst; de tong droog en beflagen,
veeltyds met verftoppinge van afgang verzeld.
Die zwaare hoofdwee hadden, bevonden zig
beeter na eene verrigte aderlatinge. Het geron-
ne deel van het bloed was vast, zwaar, zonk
in de Wei, en toonde by eenigen in de opper
vlakte groote teekens van ontftekingen.— By an
deren, namen die toevallen langzaam af, door
buykzuiverende middelenen overvloedig drin
ken van verkoelende dranken.
Colyken en Buyklopen menigvuldig.Deeze
ontftonden uit eene taaije en flymige ftoffedoor
verteering fcherp en verdorven gewordenheb
bende insgelyks eenerlei oorzakenzo als men
in de Galkoortfenafgaande Koortfen waarneemt,
namentlyk warmte en vogtigheid waar door
onze vogtenvooral de gal tot min of meerder
trap van verderf overgaan. Deze toevallen la
ten zig gemaklyk door bequame hulpmiddelen
herftellen.
Ieder een byna klaagdover vermoeitheid en
traagheid, wegens de groote hitte.
At?-