13 de middenlyn van de Jpbeer is meestentyds 7, -ji tot7ilynen, die van de pees of koordl van het hoornvlies is 5, 51 tot 5§ lynen, en de dikte van hetzelve tot van een lyn. Dit vlies is gladeffenen doorfchy nende ge- lyk hoorn, waarom het ook den naam van hoornvlies behoudt. Het zelve beftaat uit vezelenwelke laagsgewys op elkander lig gen zoo dat het in verfcheide lamellae kan gefcheiden wordendeze lagen worden door een zeer fyn celagtig weelzei aan eikande ren gevoegd. Dit vlies is met vaten voor zien ook wordt men op de oppervlakte van het zelve zeer fyne port of openingen gewaar, waar uitgeduurig een waterig vogt uitvvaasfemd (g)door deze vaatjes en het ge- (g) Door deze vaten en pari kan men de reden van de verandering verklaaren, welke het hoornvlies by fter- venden ondergaatwant by dezen verliezen de veeze len hunne zaamtfekkende kragtwaar door de vaatjes flap en deszelfs openingen verwyderd wordenen een dik en tay vogt uitlaaten, het welk zig over het hoorn vlies verfpreidt, en 't zelve daardoor ondoorfchynen- de maakt; dit noemd men gemeenelyk het breeken der oogen. j. G. kruegers naturlehre 2ter Theil 347 pag. 671. De Heer zinn in zyn reeds gemeld werk pag. 26. is van meeningdat het breeken der oogen veroor zaakt wordt door de verduistering van de opperhuid en het bindvliesdat over het hoornvlies zig verfpreidt. camper Disfertat. pbyfiologica Inaugde quibusdam oculi partibus pag. 25 2d. fchryft het toe aan de belette af- fcheiding dervogten, die het hoornvlies van buiten be dauwen, en aan de belette aflcheiding der zenuw gees-i ten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 71