Het zy hoe 't wilhet licht is hier de oor-
1 zaak van de verwyding of vernauwing des
oogappels (v).
j p B 3 XIII. Het
om
21
in een werk tot tytel voerende De i mote del iride <&c. ift
't jaar 1765 bekend gemaakt heeft, en waar van in de
Gazette litteraire van de maand O tl ober 1765 pag. 325. ge
wag gemaakt wordt, fchynd dit gehelde te bevestigen.
De Heer fontana nam een ftukbordpapier, 'twel-
kehy inde gedaante van èen conus draidedie aandes-
zelfs punt en bafis open was. De opening van de
punt was omtrent van één halve lvn; dezelve was
van buiten en binnen zwart geverwd om de licht—
ftraalen op te florpen, welke de proefneeming zou-
den hebben kunnen verhinderen; aan de breedfte o-
pening van deze conus was een bordpapier dwars vast
gemaakt, dat insgelyks zwart geverwd was, en een
doorgang voor 't licht liet door middel van eeneron-
de opening. Dit werktuig dus toebereidt hebbende,
bragt hy een licht voor de breedfte opening, zoo dat
de liraalen regtdoorde fmalfte opening konden door-
gaan, en de oogenvan een kat aandoen, zoodanig ge-
plaatstdat deszelfs kop in de fchaduw wasen 't
5, oog geene andere ftraalen konde ontfangen, als die,
welke door de opening van de punt gingen. Deze
ftraalen waren zoodanig gerigt, dat zy ,meteenefnel-
heidden gehcelen omtrek van den regenboog door-
liepen, welke alhoewel gezond, en dooreen fterk
licht aangedaan, geene prikkeling vertoonde, enge-
heel onbeweeglyk bleefmaar zoodra de lichtftraa-
len niet op den regenboog vielen, en zy alleenlyk
5, door den oogappel gingen, trok zig dezelve toe, De-
ze proefneeming werdt met het zelfde goed gevolg
verfcheide reizen herhaald, waaruit hy befluit, dat
de regenboog in beweeging gebracht wordt door de
lichtftraalenwelke door den oogappel pasfeeren
en op den grond van 't oog komen, en niet door de
werking van die, welke den regenboog aandoen",
(v) Hier uit ieerd de operateur de noodzakelykheid