(24) de vaten uit het netvlies tot in de zelfftatv digheid van het glasagtige vogt overgingen, De beroemde albinus (y) heeft noch een byzonder vat ontdekt't welk zyn begin neemt van het middenpunt van 't netvlies, gaande midden door de zelfftandigheid van het glasagtige vogt, en zig vast hegtendeaai het agterfte gedeelte van het kriftallynt "beursje. <5 XIV. Waarvan nu neemen deze drii befchreevene vliezen hunnen oorfprong zal men den oogbol als het uitgezette en Of geblaaze uiteinde van de gezicht zenuw aan merken zal men het harde oogvlies vat het harde hersfenvlieshet vatagtige vat het zagte hersfenvlies, en het netvlies va' de mergagtige zelfftandigheid des gezicht Zenuw afleiden? niet alleen eenige der Ou denmaar zelfs verfcheidene hedendaag fche ontleedkundigen zyn van dit gevoelen het geen hier toe gelegenheid gegeeven heef, is, dat de gezichtzenuw door het harde et zagte hersfenvlies bekleedt wordt. Docf om dit ftuk te onderzoekenis het voorst noodzaakelyk een kort denkbeeld te geeveu van de gevoelens van eenige der hedendaag- fche fchry veren. De Heer le cat wil, dat de rok van hel Jiarde hersfenvlies, welke de gezichtzenuw be< (y) Acadm^ annotate 1J. capVU. Tab,I,Fig.IV.&f<

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 82