3° jes van het zeefswyze plaatje doorgaat 9, en in den omtrek van de centraale of mid den puntige flagader, die zig verlengen 9, de door hec middenfte gaatje van dit plaat je heengaat, alwaar deze flagader tot it 99 het glasagtige vogt zelveen tot aan he kriftallyne vogt voortgaat, zig ontvouwd en het buitenfte vlies van het glasagtig 9f vogt wordt, 't welk van natuure een cel agtig vlies zynde,aan het voorfte gedeel te van het glasagtige vogt zig in twee bla: deren fchynt te verdeelen, en dus ht kasje van het kriftallyne vogt, en de bui of kanaal van petit uit te maakenei met de zenuw vezeltjes in het uitgefpar nen netvliesde mergagtige zelfftandij heid in zyne buitenfte gedeelte, en in z\ ne binnenfte de vaaten te bevatten". Zie daar de verfchillende gevoelens de hedendaagfche beroemfte fchryveren om irent dit ftuk, allen echter fchynen zy over een te ftemmendat het netvlies ten min ilen deszelfs mergagtige zelfftandigheidvar de gezichtzenuw afkomftig isuitgenomer de H eer winslow (e), welke zegt, dat d( mergagtige zelfftandigheid van deze zenuw den oogbol ingaandezeer zamengetrot ken, en als gewurgt is, en alleenlyk in een klein knopje fchynd te eindigen, en dat het net: (e) Exposition Anatomist Tom4me pag. 256.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1769 | | pagina 88