32 ANTWOORD OVER DE Batavieren tot zyne lyfwachten aan nam (e).Zy bezaten derhalven ver- fcheidene deugden, die hun tot roem en eer verftrektenen de navolging der tegenwoordige bewoners van Zeeland overwaardig zyn. De meest in 't oog loopende gebreken der oude Batavieren waren, dat zy te veel op eenen overvloedigen teug gezet waren, het niemand tot fchande reke nende als men dag en nacht met drin ken doorbragt. Hier uit fproten veel vuldige twisten en verdere misdaaden. Zy waren gewoon over de gewichtigfte zaken onder een glaasje te raadplegen doch hadden de voorzichtigheidmet nuchtere hersfenen, het behandelde na der te overwegen en dan te befluitcn (f). Op fpelen en dobbelen waren zy in zoo verre verzot, dat zy hun leven en dier- ba- et amict Po. Po. en pag. CCCCXC1X. 13 Geus Batavo- rum amici et fratres Rom. Imp. Het laaste gedenkftuk wordt thans te Leiden bewaard, en is voor elk te Zien. Vid. 0udend0r.pii defcript. Ie gat i Papenbroekiani pag. 6; (e) suetonius in Auguflo c. XXIIIXLIXdion CASSius Lib. LV, pag. 5Ó5. Op deze Batavifche lyf wachten zal tacitus ook naar allen fchyn het oog hebben Annal. Lib. f, c. XXIV. (f) TACITUS de M. G. c, XXII.ibique ERNESTI.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 100