34 ANTWOORD OVER DE
de zeden van dit land te weeg brachten.
Zy trachtten hunne gewoonten en wet
ten hier in te voeren, gelyk daar van
zeer vele blyken voor handen zyn (i).
In hunnen tyd, en misfchien vroeger,
werdt men bedacht om zich door hoo-
ge dyken voor den vloed der zee te be
veiligen (k). In plaats van houten hut
ten begon men deenen huizen te {lich
ten dorpen en lieden te bouwen. On
der de oudde huizen, die voor de ze
vende eeuwe gedicht zyn, worden op
geteld Westhoven t RenesjeMoermont
Haamjlede (1), op welke laaste plaats
eyndius fchryft (m) eenen penning van
Posthumus gevonden te hebben. Over
de oudde dorpen en dedenwelker oor-
fprong men aan de CattenCauchen en
Romeinen toefchryftwil ik my liefst
niet uitlatenalzoo alles duister en on
zeker is. De oudheid van Fortrape of
Voir
(i) Men'leze wagenaar. Vaderl. Hifi. I. Deel,
bl. 29—35, vergel. II. Deel, bl. 934, en van de
spiegel'verhand, over den oorfprong en de hiftorie
der Vaderlandfche rechten bl. 42—85.
(m) Chron. Zelandia Lib. I, t. VIII.
(k) eyndius Chron. Zelandia Lib. 1. c. XV.
(1) de hesdin dans les Memoires qui ont remporti le
prix de la fociété Litteraire de Bruxelles en MDCCLX1X
pag. III.