IV Infpaöninge van alle onze vermogens om de heerlyke wetenfchappen voort te zettenen zoo veel in ons is, te volmaaken. Befchouwen wy met een eerbiedig oog de godgeleerdheid, wy behoeven geen o- genblik te twyffelen aan hare groote vorde ringen binnen ons Vaderland in deze onze eeuwe. Denkt op een eenvouwdigst voorftel der Godlyke waarhedengezuivert van zoo vele fchoolfche fpitsvinnigheden en onnuttige twistvragen. Bepaalt U by het gematigd on- derwys in de wederlegging der dwalenden, een onderwys zonder verÜandeloozen yver of fchandelyk vervoerden drift, Men lette op de bondige wyze der verklaringe van de hei lige fchriftenen in 't byzonder van de voor zeggingen gelykenisfen voorbeelden en ge- fchiedenisfenmet achterlating van bloote befpiegelingen, losfe gisfingen en ongegronde hersfenfchimmen.Mag deze eeuwe zich niet met recht beroemen op een groot aantal van voorname Nederlandfche Godgeleerden? Laar ik alleen mogen opnoemen van Til, Mark, WitziusVitringavaderen zoon, d' Outrein Burman van Alpben Hellen- bro.'k, van den HonertsFabricius Lampe PFesfeliu?G er desSaurin HartmanHe- nema GurtlerusAndalaPlevier: by wel ken zeer veie anderen konnen gevoegd wor den. Dp fchriften van deze wydberoemde mannen hebben hunne namen in en buiten ons gemeenebest vereeuwigd.- Vertaalde men federt eenige jaren de fchriften van Engelfche en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 10