OUDHEDEN VAN ZEELAND. 45 grootendeele voor handen zyn (b). Hoe wel zeer vele Geleerde mannen zich breed over deze Nehalennia hebben uitgelaten (c), blyft het noch in 't duisterewelke de oorfprong dezer benaminge zyen hoe- danige Godheid onder dezen naam werdt geëerbiedigd. Betreffende de naams-oor-fprongelykheiduit alle de afleidingen (d) zou ik liefst myn zegel hangen aan de gedachten van zulken, die (e) Nehalennia zeggen benoemd te zyn van nieuw Helium, zynde een bree- de (b) Over de ontdekking der Domburgfche oud heden kan men nalezen den Tegenwoordigen ftaat van Zeeland II. Deel, bl. 222.De meeste aftee- keningen der beelden en de opfchriften zal men aantreffen by gargon Walch, Arkadia I. Deel, bi. 134 enz. II. Deel, bl. 11, 318, van loon aloude Holl. Hiftorie I. Deel, 292295, reinesius cl. I. 177184 sponius Miscel/, erudita antiq. Se£l. III. n. XC. (_c) HESSELIUS in praefatio?iis appendice ante Gudii In- fcriptiones pag. 3feq. heeft een groote meenigte van fchryvers over de Dea Neha lennia aangehaald, welke lyst, was 't noodig, noch veel zou kunnen vermeerderd worden. (d) Sommigen hebben dien naam afgeleid uit de Hebreewwfche taal, anderen uit de Griekfiheeenigen uit de oude Celti[che fpraak. Zie gargon Walcher- fche Arkadia I. Deel, bl. 136152. altingius Notitia infer. Germanise Fart. I, pag. ioi haalt deze benaming uit nieuw hef dat is nieuw lichten past zulks toe op de nieuwe maan. (e) van loon aloude Holl. Hiftorie I. Deel, bl. 294j 295d cannegieter de Brittenburgo pag. 14, oudendorp indefcript, legati Fapenbroekiani pag. II.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 113