02 ANTWOORD OVER DE en maan voor hunne aanzieniykfte Go den hieldenwaren naar hunne wyze en zoo als de tyden toen medebragten niet geheel onkundig in de flerrekunde en gaven veel acht op den loop van zon en maan (q)„ Zy zullen waarfchynlyk zoo wel als de Gallen (r)zich veel heb ben toegelegd op de kennis der Herren en haare beweginge, gelyk ook op de natuurkundeden aart der dingen, de wyduitgeflrektheid der weereld,enfoort- gelyke zaken meer»In de wigchel- kunst waren zy groote meesters, waar uit zy meenden veel nut te konnen trek ken (s).De dichtkunde was al vroeg by hen in hoogachting. Zy vereerden hun ne Goden met gezangen (t)en Helden hunne gefchiedenisfen in rymwaar van zy by den aanvang van den oorlog ter verwakkeringe van den moed gebruik maakten (u)ten welken einde zy dezel ve in hun geheugen zullen geprent heb ben, hoedanig wy van de Gallen lezen (v). Het is vermoedelyk, dat deze of foort- (q) TACITUS de M. G. c. XI. (r) CjESAR de B. G. Lib. VIc. XIV. (S) TACITUS de M. G. c. X. CO TACITUS de M. G. c. II. (tl) TACITUS de M. G. c. IllX, Hi/lot. II. 22. (yj CAESAR, de B. G. Lib. VI3 c. XIV.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 130