C VI' Wie eenige denkbeelden hoeft van 't verhe ven nut der geneeskunde en foortgelyke wetenfchappen zal met genoegen herdenken de roemwaardige pogingen van zoo vele groote mannen tot hare meerdere volmaaking. De Geneeskundein dienengen zingenomen, is ongetwyffeld veel verfchuldigd aan de Gor terOosterdyk, vaderen zoon, van Swieten SchwenkeV~inkBas ter SandifortCam per Grashuis, Kloekhof, de Monchyvan GeunsNahuisen anderen, onder welken by- zonder uitblinkt de groote Boerhave, die Ne- derlandfche Hippocrates, die tweede Gale- nus, die betere Aretteus Cappadoxeen man, wiens zinfpreuk Jimplex Jigillum veri in alle zyne fchriften doorftraalteen manwien niet alleen naar zyne verdienften een marmeren ge- denkteeken te Leiden is opgerichtmaar wien ook alle volken voor den grootften Genees? heer in deze eeuwe naar waarheid erkennen. Indien de inenting der ldnderpokjes van zulk een voordeel is, als velen gelooven, dan heeft Nederland recht om zich te beroemen dat dezelve daar zeer gekoesterd en tot meer dere volmaaktheid zy gebrachtwaar van on der anderen de fchriften van Chaisvan GhertHovius en Dryfhout getuigenis zullen Opgeven.De Ontleedkunde in 't byzonder beklom in ons vaderland een hoogen trap. Gmnu van Ruyscb en de overigen te zwygen iks gewaag alleen van den uitmuntenden Al- bfyius wiens ontleedkundige tafelen en fchrif ten hooggefchat wordengelyk Engeland en Vrankryk zelfs hem den naam geven van den 4 kun-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 13