gefchieden mogt zonder hetn of zynen bailliu, welk gefchil volgens het begrip des Graven van Vlaanderen werdt byge- legd door een verdrag in het jaar 1250 (a). V. Op dezen voet bleven de 2aken, tot dat 'er na den dood van Koning Willem eene veranderinge in het leen contract gemaakt is; want in het jaar 1256 gaf vrouw Margareet, Gravin van Vlaanderen, geheel Zeeland bewesten- fchelde ten Jeene aan Florens, broeder van den evengenoemden Roomschko- ning Willem, en momboir van desfelfs zoon den jongen Grave Florens den V met alle de jurisdictiën rechten en in- komftenwelke de Graven van Vlaan deren te voren aldaar geoefend en ge- hadt hadden (b), Op welke voorwaar den het zelve leen ook kort daar na is overgegaan op den jongen Grave, en hebben de Graven van Zeeland dit ge deelte ook op den zeiven voet blyven bezitten, tot dat in het jaar 1322, die van (a) V. palïum pacis inter Margaretam Com. Vlandriae ait Wilhelmum Com. Roll, by MI EIU S groot Ch. beek I D. p. 258. 74 L» VAN DÉ SPIEGEL OVER (b) Groot Ch. boek I D. p. 299.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 142