DE HOOGE VIERSCHARE. 79 IX. Het lydt naauwlyks twyfelof de Graaf, uit wiens name het recht ge- oeffend werdtzal ook de rechterszoo wel hooge als lage hebben aangefteld; immers men vindt duidelykdat ten ty- de van den evengemelden Grave Flo- rens den V, de fchepenen in de lieden en ambachtsheerlykheden door hem werden gekoren (d), en 'er is geen rede, waarom zulks minder plaats zoude ge- hadt hebben in de aanftellinge van rech ters, die in het hooglle beroep vonnis ten. In het groot privilegie van vrouwe Maria van Burgunaien 49, werdt het Hellen van gezworen mannen wel opge dragen aan den Rade van Holland en Zeelanddoch ik oordeele dat die Raad hier inkomt in de plaatfe des Graven, om dat men by dat privilegie den Gra ve zoo weinig gezags lietals mogelyk was; althans ten tyde van Philips van Oostenryk, zyn de leenmannen van de hooge vierfchare wederom by commisjie van den Grave geordonneerd (e). X. De hooge vierfchaar wordt by de (d) Keurt van Zeeland van 1290. 88, en Keurt van Florens momb. QNederd70. (e) Keure van Zeeland van 1495* C. I 3.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 147