8o Lr P. VAN DE SPIEGEL OVER
de keure van 1290 onderfcheiden in Be-
west enjchelde en Beoostenfcheldewaar
van my toefchynt de rede te wezendat
men van oude tyden af, deze twee ge
deelten van Zeeland byna als twee on-
derfcheide landfchappen heeft aange
merkt, om dat de Graaf dezelve met
een verfchillend recht bezatwant daar
hy het gedeelte beoostenfchelde als on-
afhankelyk heer bezat, was hy wegens
het ander gedeelte Hechts leenman des
Graven van Vlaanderen, en gelyk ik
hier voren reeds getoond heb be, had
den de Graven van Vlaanderen altoos
de jurisdictietollen en inkomften be-
westenfchelde of voor zich voorbehou
den, of fomtyds met de Graven uit het
Hollandfche huis gedeeld (f)dit gaf nu
aanleiding tot het houden van byzonde-
re jaargedingen of placita, en tot het
aanftellen van byzondere rentmeesters
der grafelyke inkomften. Het was ook
uit hoofde van dit onderfcheid, dat de
naam van Zeeland niet veel gebruikt
werdt
(f) Ziet onder anderen het verdrag tusfen on
zen Grave Florens III, en Philips Grave van Vlaan
deren van den jare 11Ó8. 3. in het groot chart,
boek 1 D. p. n 2. als mede een ander ftuk van den
jare 1213. ibid. p. 160.