DE HOOGE VIERSCHARE. 85 de, om dat de gezwoornen zonder vas te wedden, en alleen voor een zeker gedeelte der breuken te rechte moesten zitten. XIV. Hoe lang men dit getal van 44 en 24 gezwoornen vol gehouden heb- be, is my niet gebleken; maar ik oor deel, dat men in vervolg van tyd zoo naauwkeurig daar niet op gelet hebbe, het zydat de Graven uit de latere hui zen 'er den fchuld van haddenhet zy dat de edelen minder genegen waren zich om zulke geringe voordeelen tot de hooge vierfchare te laten vinden. Vrouw Maria van Burgundien (p) in aanmerkinge nemende dat de hooge vierfchare zelden gehouden wierdtge laste dat men by den Rade van Holland ende by den Staten van Zeeland or dinee- ren fal twaalf gefworen mannente we ten, zeeven bewesterfcbeldende vyf be* oosterfcbelddenwelken burggrave ende mannen men by den Rade ende Staten or dineer en fal zoo redelicke wedden als daar toe dienen zullen, ten koste van den lande van Zeeland, enz. Het fchynt, dat de F 3 burg- (p) Groot privilegie 49.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 153