92 L. P. VAN DE SPIEGEL OVER
gehandeld over de inflellinge der hooge
vierfchare, wy gaan nu verder om te
fprekenvan de zaken, waarover dezel
ve vonniste.
De keure van Grave Flor ens zegt (5 4,
dat men by de gezwoornen alle waarbeden
Jal nemenen vonnisfe fal fceidenende
alle dinc berechtenJonderdat isuitge
zonderd eyghendom van ervendie fal
Jlaen fcependommederhalven wordt hun
een zeer breede jurisdiöie toegekend,
en alleen daar van uitgezonderd eigen
dom van ervenwaar van de berechting
aan fchepenen gelaten wordtdoor wel
ken eigendom van erven, ik meen dat
men alleen verftaan moet, de gefchillen
over landeryen en andere vaste onleen-
goederenais mede de overdrachten en
naastingen derzeive, de gefchillen over
delvenderrien of uitmoerenhet be-
dryf van dykenwateringenen dier-
gelyke zakenwelke uit het vervolg der
aangehaalde keure blyken aan de neder-
rechters aanbevolen te zyn.
XIX. Tot de hooge vierfchare dan
behoorden alle gefchillen des Graven op
permacht, inkomften of rechten aan
gaande, daar onder begrepen zynde de
be-.