DE HOOGE VIERSCHARE, 95 Eindelyk behoorden ook tot de hoo- ge vierfchare alle andere misdaden, als kracht, roof, moordbrand, reeroof en diergelyke, gelyk uit de oude keuren, en inzonderheid uit die van Grave Flo- rens den V doorgaans blykt, XX. Een uitftekend gezag der hoo- ge vierfchare wasdat het uitleggen der landwetten, in gevallen daar dezelve duister waren, en zelfs het maken van nieuwe wetten, des noodig zynde, in hare vergaderinge gefchiedde. De keure van Grave Florens geeft dui- delyk den gezwoornen deze macht, 135Alle dinc dat defe chore niet en be- Jcheetdat fullen die ghezwoornen fcee- den bi haren eede, ende daer Ji twifelike of fpreketwat die meenynghe daer of es, dat meerre gevolch van den ghezwoor- ne fal voren gaen in waerhedenin von- nesfen etcZoo verklaart Graaf Wil lem van Henegouwen in eenen brief van het jaar 1320 (e), dat terwyl hy te rech te zat in zyne vierfchare te Middelburg, daar tegenwoordig waren veele heeren, edel- p. 182. Domburg 1223ibid. p. 188. Ziericzee 1247, ibid. p. 240. CO Groot Charterb, II D. p. 245.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 163