DE HOOGE VIERSCHARE. 97 re 1454 gewezen in de vierfchare ten by- v/ezen des Graven van Charolois, wel ke onder myne papieren berusten, en gaan over de volgende zaken I. van vonnis [en te onderhoudene. II. van ouwe brieven. III. van ambocht te deelenIV. van bylenojte lange mesjen te dragen. V. van leveryen te dragen. VI. van da ringe te voeren. VII. van me ede te droo- gene. VIII. van pantbrieven. IX van beryt te doenX. van rentmeesters ce- dullen. XI. van vruchten te arrefleer en. XII van goede te verbiene te bruken oft bannenen byzonderlyk is hier van na druk een vonnis ten bywezen van den geweldigen Vorst Philips van Burgundi en te Middelburg gewezen, houdende, dat de Graven geen meerder voorrechten kunnen fchenken dan in hun isen dat zy niet mogen geven't geen zy te voren weggegeven hebben (f). XXI. Het rechtsgebied der hooge vierfchare ftrektezich ook uit over klach ten van overlast of onrecht iemand aan gedaan door den Grave ofzynen bailliu, II. Déél. G zoo (f) Privil. van Hertoge Philips aan die van Goes van 25 September 1457. M. S. onder my.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 165