BE HOOGE VIERSCHA RE. 105 Grave en zynen rade afdaalden, even gelyk dezelve federt door het hof van Holland en Zeeland uit naam van de Hooge Overigheidof op advys van het zelve, zyn verleend, XXVI Dit nu alles by malkander genomen zynde, is meer dan waarfchyn- lyk, dat de Graaf met zynen rade het hoogde resfort van rechte zullen ge weest zyn, en dat wanneer de hooge vierfchaar in Zeeland buiten tegenwoor digheid van den Grave of momboir des lands gehouden wasvan hare vonnis- fen een hooger beroep aan des Graven raad heeft plaats gehadt. Immers men kan niet in twyfel trek ken, dat zulks in lateren tyd gefchieden moest, wantin de keure van Zeeland van 1495. C. 1. <5 23 wordt gezegd Allet gene dat by den meesten menichte van de mannenoft van den ghenen die totter vier- fchare komen Jullen gefloten voertdat fal voor recht gheuyt voorden. Ende wie hem van fulcken berechte gevoelt g!je gra veert die fal da er af mogen appelleer en voor den Graveofte mambourende die van fynen grooten rade. Ende foo wan- veer de Grave oft mambour felve fit foo G 5 fal

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 173