DE HOOGE VIERSCHARE. III
en Zeeland verdaan wordt, nadien Cap.
I. 3 de hooge vierfchaar van Zeeland
wordt geregeld onder deze voorwaarde
voelverjlaande dat die Stedehouder ende
lieden van der Cam er en van den rade ge-
ordonneert in den Hagehebben ende be
houden ftillen alfulcker authoriteyt ende
jurisdictie in 't lant van Zeelantals fy
hier voortytsende totten dage van heden
gehadt hebbenzoo dat hier uit af te ne
men zy, dat ten tyde toen deze keure
gemaakt is, de hooge vierfchaar van
Zeeland haar recht van in hooger be
roep te vonnisfen reeds verloren hadt.
XXX. Sedert dat de edelen en lie
den byzondere dagvaarten begonden te
houden ter bedelünge van de zaken van
regeeringe, heeft de hooge vierfchaar
ook veel van haar gezag verlorenwant
daar zy te voren de hoogde raad van
het land was, en tot alle bezwaarnisfen
der onderzaten, als van beden en heer
vaarten hare toedemminge moest ge
ven, werdt dit nu aan de verga deringe
der Edelen en deden overgebragt, en
de hooge vierfchaar hieldt alleen overig
het recht, om het ingewilligde fchot,
of toegedane heervaart met haar vonnislè
te