te bekrachtigenten einde het zelve by uitwinninge zoude kunnen ingevorderd worden, gelyk de lagere rechters, ider in hun bedryf het zelve fchot moesten wyzen, even eens als 's Gravenmannen gewezen hadden (a)waar van de rede was, om dat niemand konde uitgewon nen worden zonder een voorafgaand vonnisfe. Ik kan egter niet gclooven, dat tot Zeeland betrekkinge hadt het gewysde van den Hove van Holland en Zeeland, -van den 6 Juny 1453aangehaald by BOEY over de oudb. van den Hove II Heelbyl. 38. houdendedat alle zaken der bede van mynen genadïgen heere aan gaande fchuldich zyn by den Hove be recht te wezenwant het blykt uit de keure van Philips van Oostenryk, wei- ke van lateren tyd is, dan het gewysde van den Hovedat zoodanige zaken in Zeeland tot de vierfchare van 's Graven- mannen behoorden. XXXI. Tot hier toe hadt de hoo- ge vierfchaar ondanks de vermin- deringe van haar gezag, evenwel de macht 112 L. P. VAN DE SPIEGEL OVER (a) Keure van Zeeland van 1495. C. I 46 en 49.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 180