de hooge vierschare. 113
macht behouden om alle misdadenzoo
in de lieden als ten platten lande van
Zeeland voorvallende, ter maninge van
den burggravebailliu of rentmeester
te berechtenmaar met der tyd brak
de gewoonte in, van de hooge vierfcha-
re niet dan zeer zeldzaam te houden,
en de berechtinge der misdadenim
mers der zwaarlleuit te Hellen tot 's Gra
ven tegenwoordigheidhet zydat het
verminderen der bezigheden van het
hooge gerechtshof, desfelfs gedurige
zittingen min noodzakelyk gemaakt
hadde, het zy, dat men door dituitftel
van rechtsp eginge tot 's Graven tegen
woordigheid, den Vorst wilde vleien.
Karei van Bourgondien noch Itadhou-
der van zynen vader zynde veranderde
die gewoonte in een bevel (b), en ge-
lastede, dat alle lyfilraffelyke gevallen,
geene uitgezonderdwelke tot de hoo
ge vierfchare behoordendoor de rent
meesters in een register zouden worden
aangeteekenden aldaarblyven, totdat
de Hertog zyn vaderof hy zelf, zou-
II. Deel, H de
(b) Ordonnantie van Karei Grave van Charoloisge
geven in de Franfche tale te Ziericzee den 8 juli
1454. berustende ter Rekenkamer van Zeeland I.
Copulaat, fok 36.