120 L. P. VAN OE SPIEGEL OVER de keure van Zeeland de kennisfe enbe- rechtinge van zoodanige misdaden aan de hooge vierfchare behoordenen zon der nadeel van dezelvewelke aanklachte eerst in 1574, en nader in 1576 van den rentmeester, immers voor verre het groothe gedeelte, is afgenomen, en den bailliu van Ziericzee toegevoegd, bly- vende de berechtinge der misdaden aan den dagelykfehen hedelyken rechter als 's Gra venmannen, XXXVI. Hoe het verder met dit hooge rechtsgebied in Zeeland toege gaan zy, en welkegefchillenvooralten opzichte van het platte land van Zuid- beveland tusfen de regeeringen der he den Middelburg en Goes, als mede tus fen de eerstgemelde haden de am- bachtsheeren van Zuidbeveland zyn voorgevallen, raakt myn tegenwoordig bedek niet, het welk alleen ingericht wasom by deze gelegenheid aan te wy- zen de gronden, waar op de hooge ju risdictie der heden, en over het platte land, zoo als dezelve tegenwoordig ge- oeffend wordt, is gevestigdDie nu dit met eenige opmerkinge gelezen heeft, Zal ook gemaklyk de rede kunnen be- gry,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 188