DE HOOGE VIERSCHARE. 125
keure van 1495by welke a£te een ge-
fchil beflist wordt over het verhef van
bevloeide ambachtenals mede uit een
gefchreven advys van mannen van de
grafelykheid van Zeeland over den ei
gendom der ambachtsheeren tot de on-
dergevloeide landen, gegeven den 24
Augustus 1564, onder myne papieren.
XXXIX. Doch het zy hier mede,
zoo het wildit is egter zekerdat fe-
dert de veranderinge der regeeringe de
meeste edelen, de Spaanfche zyde hou
dende uit Zeeland vertrokken zyn
waar door de hooge vierfchare geheel
heeft opgehouden, en de jurisdidtie over
de leenen't welke het eenige was 't geen
zy noch behouden hadt, eerst gegeven
is aan de heeren gecommitteerde raden
als bekleedende de plaatfe van burggraaf
en leenmannen by de inflruclie van den
jare 1582, (want in de vorige inftru&ie
van den jare 1574 hebbe ik niets dierge-
lyks gevondenen dat dezelve jurisdic
tie naderhand by de onderlinge verdra
gen tusfen de provintien van Holland en
Zeeland over de juflitie, is toegevoegd
aan het Hof dier twee landfchappen,
terwyl tot het overdragen en belasten
der