VAN KLEINE ZESHOEKEN. 131 voor de halve keel-linien onnodig zou de zyn. VIII. Om de overige en verfchillen- de omftandigheden onaangeroerd te la ten die verfcheidene verfterkings-ma- nieren vorderende meerdere of min dere verhevenheid des terrains zelve bo ven het gemeene water is fomtyds gee- ne kleine redenwaarom het zelfde ver- fterldngs-geftel op een lagere horizont met de regels van den vesting-bouw zeer wel overeenkomt, het welk echter zy- ne grootfle voordeelen zoude verliezen, indien men het zelve op een verhevener terrain wilde werkflellig makenwant de grachten, welke (als zyn de het on- noodig die uit een lager horizont tot op een groote diepte uit te graven) zeer breed konnen wordenmoeten noodza- kelyk in geval van een verhevener veld, al zoude zulks tot nadeel verftrekken voor de breedte, dieper worden gegra ven, indien men een gracht verlangt, welke overeenkomt met deszelfs oog merk, namentlyk, om de aanvallers aan den omkring der wallen alle het terrain te ontnemen, waar in zy zich zouden konnen begraven, of waar mede zy zich I 2 te-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 199