X"«
dienden lof hebben weggedragen.— Laat
ik dit eene noch zeggendat onze Nederland-
fche taal en dichtkunde federt het begin der
achtiende eeuwe de opmerkzaamheid en ar
beid van velen naar zich getrokken hebben.
Welke dankerkentenis is onze moederfpraak
fchuldigaan Ten Kate Hoog fir atenBurman
Huydekooper en Kluit? Het getal der dich
ters in Nederland is zeer groot. PootHoog
vliet Snakenburgde la RueBoddaert, Moor
man, VoetTrip, SchutteFeitamaAn-
driesfen en zoo vele anderen zyn aan elk be
kend. En zoo lang Davids heldendaden ge
roemd wordenzal de naam van Juffrouw
van Merckenleven.
Ik vleye my dat deze fchets ons allen zal
herinnerd hebben, dat allerleye wetenfchap-
pen in ons gezegend vaderland federt den be
ginne van deze eeuwe een merkelyken voort
gang maaktenen dat het geene derzelve aan
kundige voorftanders, en geoeffende bevor
deraars ontbrak.
Was hetgeen onaanzienlyk middel om, in
de meeste ryken, de wetenfchappen voort
te plantendat men geleerde genootschappen
van verfchillenden aart oprichte, gelyk in de
ze eeuwe plaats vondt in Vrankryk, Duitsch
land, SchotlandSpanjeItaliëRusland
Denemarken en eldersmen floeg dien zelf
den weg in federt weinige jaren in ons va
derland. Om nu niet te fpreken van fom-
inige byzondere gezelfchappen ter bevorde-
rin-